Tekst van de openingsspeech van drs. Jan van Veldhoven, Neerlandicus.

GEWOND TOT VERWONDERING

Deze tentoonstelling van Hans Vandenberg is een overzichtstentoonstelling. Niet in de zin dat zijn volledige werk hier te zien is. Wel in de zin dat u hier een goede representatieve indruk krijgt van de diverse soorten schilderijen die hij maakt. Divers naar genre, divers ook naar intentie. Hijzelf spreekt van impressionisme en realisme. Bij een vorige gelegenheid voegde ik, voor wat het waard is, daar nog de termen pseudo-realisme en hyperexpressionisme aan toe. Divers naar aanpak, detaillering, kleurpalet en verfsoort. Al deze diversiteit in onze multipicturale samenleving doet uiteindelijk geen enkele afbreuk aan de samenhang in zijn werk. De tentoonstelling in zijn totaliteit overziende is er eenheid in verscheidenheid. Ontwikkeling op diverse lijnen, die samenkomen, uiteen gaan en weer samenkomen. Een schildershand die herkenbaar blijft. Een schildersoog dat ziet en herziet. Een schildershart dat zoekt, dat vindt, dat verliest en hervindt. En dit laatste, dat is natuurlijk het meest intrigerende op dit bijzondere moment. Dat Hans zijn vak verstaat dat weten we nou wel. En dat deze docent het vak uitstekend kan uitleggen als we er meer van willen weten, geen punt. Maar een tentoonstelling als deze is niet in de eerste instantie een akte van bekwaamheid. Het is een persoonlijke, artistieke getuigenis. En dan komt die ene vraag. Niet de vraag hoe deed ie het. Niet de vraag: Welke bedoeling had de schilder? Nee, dan komt de vraag: Wat bezielde Hans Vandenberg bij het maken van al die schilderijen? Wat deed hand, hoofd en hart samenkomen? Verwondering zegt hij zelf. 'Verwondering is mijn inspiratiebron. Voortdurend ben ik op zoek naar de essentie van dingen die mij beroeren, die mij fascineren. Mijn verfkwasten doop ik in olie- of acrylverf om vorm te geven aan mijn eigen beeldtaal, mijn eigen beleving van een tafereel, of van een karakter van een mens of van een dier.' Verwondering, dus. Dus? Je moet een schilder nooit op zijn woord geloven. Schilders spreken met schilderijen. Op naar de schilderijen dus. Zo dwaalde ik rond in zijn atelier, op zijn website, op deze tentoonstelling. En ik zag dat het waar is, die uit kennelijke verwondering geboren eigenheid. Ik zie een olifant, die kop is en kleur is en onwrikbaar is. Terwijl ik die kolossen ken als grijs en slurf en boomstammen van poten en onwaarschijnlijk voorzichtig. Ik zie Pegasus, het gevleugelde mythologische paard der dichters. Echter (in navolging van de Venus van Milo zou ik bijna zeggen) de vleugels ontbreken. 'Zijn niet nodig', lijkt de schilder te zeggen, 'je ziet toch dat hij landt, die vleugels zouden het beeld maar verstoren'. 'En moet je eens kijken, die stralenkrans, de vonken spatten er af'. Ik zie in de stralenkrans een inderdaad spetterende variant op de fameuze wielen van Armando, en ben gewonnen. Verderop hangen schilderijen over liefde en passie. Geliefden'. Kijk, hij draagt haar. Maar wil ze wel? Jawel, moet je eens kijken hoe ze zijn hoofd vasthoudt. Maar die ogen... Ze heeft dat hoofd nou wel, maar wellicht is ze haar hart verloren, echt verloren bedoel ik. En daar tegenover. 'Balanceren'. Een jongeman (overigens een geïdealiseerd zelfportret van de schilder), giet water van de ene kruik in de andere om het evenwicht te herstellen. Bij dat herstel gaat heel wat vloeistof verloren, maar zowel de jongeman als de vloeistof lijken de grens van iedere beperking al lang gepasseerd. 'Vote ANC'. Aan de ene kant is dit schilderij veel meer een statement, dan de lyrische vraagtekens die zojuist passeerden. Maar desondanks vooral een beeld. Een kleurrijk beeld. Een beeld van een kleurrijke uitzichtloosheid. En zo kan ik nog wel even doorgaan, als het gaat om schilderijen met een intrige. Doe ik niet, gaat u zelf maar kijken. Er zijn daarentegen ook een aantal schilderijen in deze expositie die. als ik dat zo mag zeggen, zichzelf genoeg zijn. Een feest van beeld en kleur. Pure lyriek. Klaprozen die hun kwetsbaarheid volledig verloren hebben, zodat ze louter als kleurvlakken robuust het beeld beheersen. Of het portret van de Afrikaanse met hoofddoek, waarvan met name de hoofddoek het schilderij wordt. En er zijn er meer, van die eenduidig lyrische schilderijen, maar dat is wel zoeken. Immers de schilderijen van Hans Vandenberg hebben iets dubbelzinnigs. Ze zijn ofwel geënsceneerd om een idee te verbeelden zoals bijvoorbeeld het gevecht om de liefde, of de mythische verbeelding van innerlijke strijd, of een maatschappelijk probleem. Ofwel zijn in de louter lyrische uitbeelding die ze misschien oorspronkelijk nastreefden, onderweg ergens van het eenduidige pad geraakt. Ze zijn wellicht, misschien niet geheel bedoeld maar toch onvermijdelijk, ergens anders terecht gekomen. Er knaagt altijd wel iets aan de schoonheid, het idee, de liefde zoals Hans Vandenberg die verbeeldt. Zijn verwondering ontstaat uit een wond. Niet een wond waaraan je dood gaat. Nee, meer een wond zoals een boomkweker die aanbrengt op een stam of een tak. Een wond waaraan een nieuwe loot kan ontspringen, of waarop een nieuwe plant geënt kan worden. Een productieve wond. Een wond die wonder wordt. Een verwondering. Dat geeft wonderlijk werk. En een bewonderenswaardige expositie. Het is mij een groot voorrecht die bij deze voor geopend te mogen verklaren.

Drs. Jan van Velthoven, 's-Hertogenbosch, De Muzerije, 11 maart 2006

Tentoonstelling 'Momenten van verwondering' door Hans Vandenberg